Het leukste aan koken vind ik dat er soms zomaar een heerlijk gerecht ontstaat, terwijl je niet een recept volgt, maar je gevoel. Er ontstaat een ideetje in je hoofd, je kijkt eens in je voorraadkast naar wat er nog staat, je begint met koken, voegt wat kruiden toe, proeft, past het iets aan… en pats: ineens staat er iets heerlijks op tafel wat je daarvoor niet eens kende. Zo ontstonden ook deze Oosterse pasteitjes. Ik zit momenteel in een ‘alles-moet-in-bladerdeeg!’-fase en we hadden nog wat rundergehakt en Oosterse wokgroenten over. Oosterse kruiden heb ik altijd op voorraad, dus ik hoefde er niet eens de deur voor uit, ideaal! Zowel mijn vriend als ik waren erg tevreden over de pasteitjes en gaan ze zeker vaker maken.
Ingrediënten voor de vulling:
- 250 gram rundergehakt
- 1 klein uitje
- 1 teen knoflook
- 1 eetlepel olijfolie
- 150 gram Oosterse wokgroenten
- zout
- 6 eetlepels ketjap manis
- 2 theelepels djintan (gemalen komijn)
- 1 theelepel ketoembar (gemalen koriander)
- halve theelepel laos
- halve theelepel koenjit
- halve theelepel gemalen chilivlokken
- 1 eetlepel donkerbruine basterdsuiker
Voor de pasteitjes:
- 10 bladerdeegplakjes, ontdooid
- geklutst eitje
- sesamzaadjes
Bereidingswijze:
De gehaktvulling kan je het beste ruim van tevoren maken, zodat dit kan afkoelen en het beter te verwerken is in het bladerdeeg.
Snipper het uitje fijn en fruit deze met de olijfolie in een wokpan op een middelhoog vuurtje. Als het uitje glazig is mogen de geperste knoflook en gehakt toegevoegd worden. Bak het gehakt bijna rul en voeg dan alle kruiden en specerijen toe, de ketjap en basterdsuiker.
Snij de wokgroenten als ze erg grof zijn ook nog wat fijner zodat de stukken straks niet te groot zijn en je een wat compact gehakt/groentemengsel hebt. Voeg ook de groenten toe en roer alles goed door. Proef ondertussen om te controleren of de smaak naar je zin is, en voeg zo nodig specerijen of ketjap toe. Doe dit wel met kleine hoeveelheden tegelijk zodat het niet ineens te heftig gekruid is.
Zet het vuur wat hoger, zorg ervoor dat alles gaar is en laat het geheel nog een paar minuten inkoken. Als het goed is blijft het mengsel niet zo vochtig maar trekt de ketjap lekker in het gehakt en de groenten. Zet het vuur uit, en laat het mengsel afkoelen. Zet het mengsel zo nodig in de koelkast.
Verwarm de oven voor op 200° Celsius (heteluchtoven, elektrische oven 220°). Ontdooi 10 plakjes bladerdeeg, en leg ongeveer anderhalf tot twee eetlepels vulling in het midden van elk plakje. Vouw de bovenste rechterpunt van het plakje naar de onderste linkerpunt zodat er een driehoek ontstaat. Duw de randjes op elkaar (eventueel met een vork), bestrijk de pasteitjes met het geklutste ei en bestrooi ze met de sesamzaadjes. Bak ze op een bakplaat bekleed met bakpapier in delen (bij mij pasten er 3 à 4 per blik) af. Na ongeveer 15 tot 20 minuten zouden ze klaar moeten zijn (maar hou je oven voor de zekerheid in de gaten).
Lekker uit het vuistje, als bijgerecht bij nasi of bami, of gewoon met witte rijst.
Tips:
- Met het kruiden van het gehakt komt het echt aan op je eigen smaak. De één houdt van pittig, de ander niet. Laos, ketoembar en koenjit vind ik op zichzelf niet geweldig qua smaak en geur, maar samen vind ik ze heerlijk (zeker in combinatie met djintan). De specerijen zijn echter wel sterk, dus voeg niet teveel tegelijk toe. Dit laatste geldt zeker voor gemalen chilivlokken.
- Gemalen chilivlokken kocht ik in een molentje bij Albert Heijn.
- De pasteitjes zijn de volgende dag koud ook heerlijk!
- Kan je geen kant en klare groentemix vinden, stel hem dan zelf samen. In mijn groentemix zaten onder andere taugé, kool, wortel en prei.
PJ - Nombelina
January 29, 2013 at 2:16 pm (10 years ago)Lekker! Ik maak vandaag Indische kroketten en daar zitten wat vergelijkbare ingrediënten in :).